Leren van Ruimte voor de Rivier

Gepubliceerd 18 juli 2018

De programma’s Ruimte voor de Rivier en Zandmaas/Grensmaas zijn ten einde. In maart 2018 stuurde de Minister de eindevaluatie naar de Tweede Kamer.

De doelstellingen – voor waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit bij Ruimte voor de Rivier en natuur en grindwinning bij Zandmaas/Grensmaas- zijn behaald.

Nu het water weer meer ruimte heeft om naar zee te stromen, werd het tijd om ook de ervaringskennis door te laten stromen. Want het werken aan waterveiligheid en de inrichting van ons land is nooit klaar. Bovendien heeft de rivier zo veel meer functies dan het veilig afvoeren van hoogwater. Collega’s van alle overheden zijn bezig met gecombineerde MIRT- en Hoogwaterbeschermingsverkenningen voor rivierverruiming en er wordt gewerkt aan een een programma voor Integraal Riviermanagement (voorheen: Lange Termijn Ambitie Rivieren). Logisch om met elkaar de ervaringen en dilemma’s te delen.

Dat gebeurde tijdens een mooie zomerse dag, op een bijzondere locatie aan het water: De Zaagmolen in de Utrechtse wijk Lombok. De themasessie werd georganiseerd voor medewerkers van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, die betrokken zijn (geweest) bij Ruimte voor de Rivier, bij de huidige generatie rivierverruimingsprojecten langs de Maas en Rijn en bij het Programma Integraal Riviermanagement. En dat alles onder de deskundige begeleiding van dagvoorzitter Joris Escher.

Anne-Geer de Groot, opdrachtgever van de Evaluatie PKB Ruimte voor de Rivier presenteerde de belangrijkste inzichten en lessen uit de Evaluatie: waarom was dit programma  zo succesvol in het bereiken van waterveiligheidsdoelen én het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit? En wat waren de hobbels en valkuilen? De antwoorden vind je in haar presentatie.

De projectleiders van de lopende MIRT/HWBP-Verkenningen brachten ons weer terug in het hier en nu. Elk met hun eigen praktijkervaringen en vraagstelling.

Erwin Klerkx presenteerde de casus Varik-Heeselt: wat leidde er toe dat in dit project uiteindelijk niet gekozen is voor rivierverruiming, maar voor dijkversterking? Hoe ging hij om met weerstand tegen rivierverruiming vanuit de omgeving?

Kaat Appelman nam ons mee naar Venlo. In het project Meer Maas Meer Venlo, gaat rivierverruiming hand in hand met de uitbreiding van de industriehaven, een belangrijke inland terminal. Daarvoor is uitplaatsing van de jachthaven nodig. De rivierverruiming biedt hier niet alleen meer ruimte voor water, maar ook voor de jachthaven. Waar loop je tegenaan als je een ogenschijnlijk eenvoudige verplaatsing van een jachthaven wilt realiseren?

Het project Meanderende Maas tussen Ravenstein en Lith kent een heel andere dynamiek: hoe  kun je rivierverruiming combineren met het verbeteren van de natuur- en waterkwaliteit én met het reactiveren van de oude Maasarmen. Om zo de Maas weer te laten meanderen. Centrale vraag in de presentatie van projectleider Petra van de Brand was hoe om te gaan met parallelle processen: een gecombineerde rivierverruimings- en dijkversterkingsopgave, terwijl  tegelijkertijd wordt gewerkt aan richtinggevende Structuurvisie op regionaal en nationaal niveau.

Na een korte break werden doorsnijdende 3 thema’s in parallelle sessies uitgediept:

  • Hoe omgaan met weerstand vanuit de omgeving?
  • Hoe omgaan met bestuurders en verkiezingen bij interbestuurlijke samenwerking , die al gauw zullen voorkomen?
  • Hoe krijg je de bekostiging geregeld, gelet op afspraken over (co)financiering, verdeling van de kosten en risico’s?

Lars Couvreur en Adrienne van der Sar reflecteerden tenslotte op de resultaten en de betekenis daarvan voor respectievelijk het Programma Integraal Riviermanagement en het Deltaprogramma Rivieren.

Meer weten?