Werkwijze

Het MIRT staat voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. In het MIRT zijn onder andere rijksprojecten en rijksprogramma’s opgenomen, waarmee wordt gewerkt aan de bereikbaarheid, veiligheid en ruimtelijke inrichting van Nederland. De rijksinvesteringen in het MIRT worden (hoofdzakelijk) bekostigd uit het Mobiliteitsfonds  en het Deltafonds.

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) is verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening. Deze verantwoordelijkheid strekt zich ook uit tot het onderdeel Ruimte uit het MIRT. De samenhang binnen het MIRT blijft daarbij vooropstaan. De minister voor VRO en de minister en staatssecretaris van IenW werken in dit kader nauw samen, waarbij IenW de projectverantwoordelijkheid draagt voor het overgrote deel van de projecten en programma’s in het MIRT. Het MIRT gaat uit van een intensieve samenwerking tussen het Rijk, decentrale overheden (provincies, gemeenten, vervoerregio’s, waterschappen), maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Waar opgaven elkaar raken, worden deze gezamenlijk opgepakt.

Het MIRT is een dynamisch instrument dat continu in ontwikkeling is en wordt aangepast aan actuele (beleids)ontwikkelingen en opgedane ervaringen. In 2022 is gewerkt aan de actualisatie van de MIRT-spelregels. Daarbij zijn de spelregels onder meer in lijn gebracht met de Wet Mobiliteitsfonds en is geanticipeerd op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Daarnaast zijn de spelregels toekomstbestendiger gemaakt door geen beleidsdoelstellingen op te nemen en zijn de informatieprofielen geactualiseerd.

Projectbeheersing binnen MIRT-projecten is een belangrijk en actueel onderwerp. Binnen het ministerie van IenW worden breed maatregelen geïmplementeerd die de kostenbeheersing verder optimaliseren. Daarbij wordt, samen met de (regionale) partners, ook betrokken hoe projectbeheersing een meer nadrukkelijke rol kan spelen bij het maken van bestuurlijke afspraken onder andere bij faseovergangen in het MIRT.

Onderlinge samenwerking op basis van gelijkwaardigheid vormt één van de pijlers van het MIRT. Onderdeel daarvan is hoe partijen bestuurlijk het gesprek met elkaar voeren en tot besluiten komen.  Het is de inzet met elkaar na te gaan hoe er gekomen kan worden tot scherpere keuzes en prioritering binnen het MIRT en hoe daarbij beter gebruik gemaakt kan worden van de in het MIRT-proces ingebouwde beslismomenten.